Online en fysiek versmelten in ‘het nieuwe normaal’

Ons digitaal leven zal ook na de coronacrisis belangrijk blijven. Dat blijkt uit onze studie in samenwerking met Indiville en Telenet tussen 8 en 14 april bij 1.065 Belgen. Hoewel we met z’n allen snakken naar meer fysiek contact, geeft 60% aan dat online activiteiten ook na de pandemie een belangrijk onderdeel zullen blijven van het dagelijks leven. Tegelijkertijd heerst er veel bezorgdheid over de hoeveelheid schermtijd en cybercriminaliteit.

Praktisch en tijdbesparend

We willen allemaal zo snel mogelijk meer fysiek contact. Toch zal 6 op 10 een deel van de dagelijkse activiteiten online blijven uitvoeren. 55% beseft dat het internet meer dan ooit belangrijk is in onze samenleving. 60% vindt het prima dat het online en offline leven ook na de crisis door elkaar zullen vloeien. Bepaalde activiteiten zullen bovendien blijvend online worden gedaan omdat dat praktischer en tijdbesparend is.

Videocall voor het werk of met de grootouders

Mensen willen vooral zelf kunnen beslissen welke activiteiten ze online doen en welke niet. ‘E-peritieven’ was geen succes. 74% van de Belgen wil dit liever nooit meer doen. Maar videobellen blijft wel een goede communicatiemanier voor het werk (85%) en voor contact met de grootouders (83%).

Online meeten was dus niet volledig negatief. 45% van de mensen geeft aan tijdens de coronacrisis dankzij de digitale toepassingen beter op de hoogte te zijn van het leven van familie en vrienden dan voor de crisis. Voornamelijk grootouders zijn fan: 1 op 5 zegt nu een nauwer contact te hebben met de kleinkinderen.

Bezorgdheid om schermtijd en cybercriminaliteit

Maar ook criminelen zijn creatiever geworden. 43% voelt zich steeds minder veilig online door cybercriminaliteit, zoals phising. Professor Lieven Demarez benadrukt de nood aan ondersteuning: “We worden meer dan ooit geïnformeerd, maar worstelen ook enorm met waarheid van valse informatie te onderscheiden. Hoe kan ik zien of dit écht een mail van mijn bank is, of phishing? Mensen zijn op zoek naar houvast en naar betrouwbare partners om hen hierbij te helpen.”

Ook over onze schermtijd maken we ons zorgen. 1 op 2 maakt zich zorgen om zijn eigen schermtijd. Als het over kinderen gaat, dan stijgt dat zelfs tot 62%. Volgens Professor Dr. Elke Van Hoof wordt deconnecteren een grote uitdaging: “Als we vooruitgang én een betere levenskwaliteit willen, dienen we wel nog een aantal uitdagingen het hoofd te bieden. Altijd geconnecteerd blijven, is nefast voor ons. Op elk vlak. En dus moeten we inzetten op nieuwe vaardigheden, zoals deconnecteren.”