Dit is een vraag die we regelmatig krijgen. En ze is heel begrijpelijk.
Met onderzoek proberen we zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen. Aangezien het praktisch onmogelijk is om elke inwoner te bevragen, maken we gebruik van een steekproef, een representatieve selectie uit de gehele populatie. De statistische methoden die we gebruiken, zoals het berekenen van betrouwbaarheidsniveaus en foutmarges, zorgen ervoor dat we met een bepaalde zekerheid uitspraken kunnen doen over de gehele populatie. De resultaten van dit onderzoeksproces benaderen de realiteit zo nauwkeurig mogelijk wanneer de onderstaande elementen optimaal zijn:
Populatie
Een populatie omvat de gehele groep waarover het onderzoek uitspraken doet, zoals bijvoorbeeld alle stemgerechtigde Belgen (18+). Een steekproef is een selectie uit deze groep. Een representatieve steekproef weerspiegelt de populatie goed. Dit betekent dat elke relevante subgroep binnen de populatie – zoals geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau – evenredig vertegenwoordigd moet zijn.
Om de representativiteit te waarborgen, wordt vaak gekozen voor een aselecte steekproeftrekking. Bij deze methode krijgt elk individu binnen de populatie een gelijke kans om geselecteerd te worden. Dit voorkomt systematische vertekeningen die de uitslagen zouden kunnen beïnvloeden. Zo zorgen we ervoor dat de verkregen data niet slechts een willekeurige of vertekende indruk geven, maar daadwerkelijk de diverse achtergronden en meningen binnen de populatie weerspiegelen.
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid verwijst naar hoe zeker uitspraken over de gehele populatie op basis van een steekproef zijn. Elke steekproef levert een schatting met een onder- en bovengrens (interval). Bij herhaalde steekproeven zullen er telkens iets andere schattingen en intervallen ontstaan. Opinieonderzoek gebruikt vaak een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent. Dit betekent dat, als het onderzoek 100 keer wordt herhaald onder dezelfde omstandigheden, 95 procent van de resultaten het werkelijke populatiepercentage benadert. In 5 procent van de gevallen wijken de resultaten af.
Nauwkeurigheid
Elk gemeten percentage is een schatting van de werkelijke waarde. De nauwkeurigheid geeft aan hoe precies deze schatting is. Het is de marge waarin de werkelijke waarde met een bepaalde waarschijnlijkheid zal vallen.
Bij een steekproef van 2.000 respondenten is de maximale foutmarge bijvoorbeeld ongeveer 2,2%. Dit betekent concreet dat als 50% van de respondenten een bepaalde mening heeft (bijv. eens of oneens met een uitspraak), de werkelijke waarde met 95% zekerheid tussen 47,8% en 52,2% ligt. Bij een steekproef van 500 respondenten is de maximale foutmarge ongeveer 4,4% en dus bijna dubbel zo groot. Dit betekent concreet dat als 50% van de respondenten een bepaalde mening heeft (bijv. eens of oneens met een uitspraak), de werkelijke waarde met 95% zekerheid tussen 45,6% en 54,4% ligt. Hoe groter dus de steekproef, hoe kleiner de foutmarge en hoe nauwkeuriger de resultaten.
Steekproefgrootte
De keuze voor een steekproef van bijv. 1.000 of 2.000 mensen is gebaseerd op een afweging tussen praktische haalbaarheid (hoe moeilijk of hoe duur is het om een groep te bevragen) en de nauwkeurigheid die het onderzoek vraagt (m.a.w. hoe zeker willen we zijn van onze uitspraken). Vaak willen we immers niet alleen uitspraken doen over de hele onderzoekspopulatie (bijv. de Belgen) maar ook over verschillende deelgroepen binnen die onderzoekspopulatie (bijvoorbeeld over Vlamingen, Walen en inwoners van Brussel, over mannen en vrouwen of over lager, midden en hogeropgeleide Belgen). Die deelgroepen zijn dan kleiner in aantal in vergelijking met de hele steekproef. Daarom kiezen we vaak voor steekproeven van 2000 respondenten of meer om ook voor de deelgroepen een kleinere foutenmarge (en dus grotere nauwkeurigheid) te bekomen.
Significantie
Significantie betekent in de statistiek dat een uitkomst waarschijnlijk niet op toeval berust, wat aangeeft dat er iets aan de hand is. Dit wordt getest met een statistische toets. Statistisch significant betekent echter niet altijd dat het inhoudelijk relevant of waardevol is.
Relevant wordt een verschil pas als er ook een goede uitleg voor is, als het wijst op een trend bijv. Het is daarom van belang om zowel statistische significantie (komt eerst) als de inhoudelijke relevantie (op de tweede plaats) te overwegen bij de interpretatie van de resultaten.
Validiteit
Validiteit verwijst naar de mate waarin een onderzoek daadwerkelijk meet wat het beoogt te meten. Het is een cruciaal aspect, omdat zelfs een betrouwbaar en nauwkeurig onderzoek weinig waarde heeft als het niet valide is. Systematische fouten, zoals een verkeerde selectie van respondenten, sturende vragen of een niet-representatieve steekproef, kunnen de validiteit ernstig aantasten.
Samenvattend garanderen de gebruikte methodologische technieken dat een steekproef van 2.000 mensen een betrouwbare afspiegeling kan geven van de gehele Belgische bevolking. Door aandacht te besteden aan representativiteit, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, significatie en validiteit, kunnen we met een hoge mate van zekerheid uitspraken doen over de mening en gedragingen binnen de populatie. Daarnaast wordt de data vaak gewogen op factoren als geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau, zodat de resultaten beter aansluiten bij de diverse samenstelling van de Belgische samenleving.