Uit het jaarlijkse onderzoek van Acerta Consult, in samenwerking met Indiville en Bpact, blijkt dat de Belg zijn loonpakket een gemiddelde tevredenheidsscore van 6,8 op 10 geeft. Dit is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar, toen de score op 7 lag. Werkgevers schatten de tevredenheid van hun werknemers iets hoger in, met een score van 7,1 op 10.
Verloning op basis van competenties en prestaties
Naast de algemene tevredenheid over het loon, is er een duidelijke trend zichtbaar in hoe werkgevers en werknemers verloning in de toekomst willen zien. Meer dan de helft van de werkgevers (51%) en bijna evenveel werknemers (47%) pleiten voor een beloningssysteem gebaseerd op competenties. Daarnaast vinden respectievelijk 41% van de werkgevers en 46% van de werknemers dat prestaties een grotere rol moeten spelen in de loonbepaling. Het belang van anciënniteit als criterium wordt door 37% van de werknemers ondersteund, terwijl slechts 15% van de werkgevers dit in de toekomst meer wil laten doorwegen.
Volgens Annelies Baelus, Director Learning & Reward bij Acerta Consult, blijven veel werknemers vasthouden aan het anciënniteitsprincipe vanwege de duidelijkheid en objectiviteit ervan. “Het is opvallend, maar niet verrassend, dat vooral oudere werknemers, in het bijzonder 55-plussers (45%), voorstander zijn van verloning gebaseerd op dienstjaren, terwijl jongere werknemers van 18-45 jaar (32%) hier minder belang aan hechten en de voorkeur geven aan ‘prestaties’ en ‘job skills of competenties’ als verloningscriteria. Het lijkt er echter op dat vaardigheden en prestaties de komende jaren meer en meer aan belang zullen winnen als het gaat over verloning. En dus zal anciënniteit wel een belangrijk criterium blijven, maar minder vaak het enige”, vult ze aan.
Aanpassingsvermogen en digitale vaardigheden steeds belangrijker
Het onderzoek laat verder zien dat werkgevers en werknemers het eens zijn over de vaardigheden die in de toekomst doorslaggevend zullen zijn voor verloning. Aanpassingsvermogen en veerkracht worden door zowel werkgevers (38,1%) als werknemers (36,5%) als de belangrijkste competenties voor de toekomst genoemd. Digitale geletterdheid staat bij werkgevers op de tweede plaats (36,6%), terwijl werknemers deze vaardigheid pas op de zesde plek zetten. Werknemers verwachten daarentegen dat creatief probleemoplossend vermogen (30,6%) en levenslang leren (30,4%) steeds belangrijker zullen worden.
Volgens Baelus tonen deze resultaten aan dat de arbeidsmarkt in snel tempo verandert: “Uit de resultaten blijkt dat werkgevers digitale geletterdheid hoger op de agenda plaatsen dan werknemers. Hier ligt een taak voor werkgevers om hun werknemers hierin zo goed mogelijk te ondersteunen. De AI-wetgeving stelt dat werkgevers moeten werken aan de AI-geletterdheid van hun werknemers. Dit kan al een eerste stap zijn.”