Vijf jaar na de eerste coronagolf blijft thuiswerken een vast onderdeel van de Belgische werkcultuur. Uit een grootschalige bevraging van Acerta Consult, in samenwerking met onderzoeksbureau Indiville en het Bpact Burgerpanel, blijkt dat meer dan 85% van de Belgische bedrijven thuiswerk nog steeds toestaat. Dit staat in schril contrast met de Verenigde Staten, waar bedrijven zoals Amazon hun administratieve werknemers opnieuw voltijds naar kantoor roepen.
85% van de Belgische bedrijven staat telewerken toe
In 85% van de Belgische bedrijven wordt telewerken toegestaan. Maar dat betekent niet dat alle werknemers van thuis uit kunnen werken. Bij 35,8 van de bedrijven is dat slechts een minderheid van het personeel. Het zijn vooral administratieve (57,9%) en professionele werknemers (bv. stafdienst, expertrollen) (74,7%) en het management die het vaakst van thuis uit mogen werken. Uitvoerend personeel (71,8%) en arbeiders (80,5%) hebben die mogelijkheid veel minder.
Werknemers en werkgevers tevreden over balans
Hybride werken is stevig ingeburgerd in de Belgische arbeidsmarkt. Maar liefst 6 op 10 werknemers en werkgevers vinden de huidige balans tussen thuis- en kantoorwerk optimaal. Toch vraagt een kwart van de Belgische bedrijven werknemers om structureel vaker op kantoor aanwezig te zijn, bij voorkeur minstens 3 dagen per week.
Vooral middelgrote en grote bedrijven (10 tot 999 werknemers) hanteren een drie-dagen-regime. In deze organisaties verwacht 43% van de werkgevers dat werknemers minstens drie dagen per week op kantoor zijn. In kleinere bedrijven (minder dan 10 werknemers) is er meer keuzevrijheid, en wordt thuiswerk minder ingeperkt.
Toekomstvisie verschilt tussen werkgevers en werknemers
Hoewel de meeste werkgevers (67,6%) tevreden zijn met de huidige regeling, geeft een kwart aan dat werknemers vaker naar kantoor moeten komen. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2024, toen 30,6% van de werkgevers een strenger beleid voorstond. Tegelijkertijd geeft bijna een derde (28,6%) van de werknemers aan dat ze graag nog meer thuis zouden werken, terwijl slechts 7,2% van hen liever vaker op kantoor zou zijn. De argumenten verschillen: werkgevers hechten belang aan interactie en betrokkenheid, terwijl werknemers hun aanwezigheid op kantoor vooral laten afhangen van teamvergaderingen en bedrijfsevenementen.
Vrijheid in werkplekkeuze afhankelijk van bedrijfsgrootte
In 42,1% van de bedrijven wordt de verdeling tussen thuis- en kantoorwerk op teamniveau bepaald. Bij 28% van de bedrijven, voornamelijk kmo’s, hebben werknemers volledige vrijheid om te kiezen wanneer ze naar kantoor komen.
Experts benadrukken dat de beste balans afhangt van de aard van het werk: synchroon werk, zoals brainstorms en vergaderingen, leent zich beter voor kantoor, terwijl asynchroon werk, zoals research en administratieve taken, even goed van thuis uit kan gebeuren.

Thuiswerk leidt tot stress bij jongeren
Opvallend is dat 21% van de jonge werknemers (18-35 jaar) meer stress ervaart door thuiswerk. Hoewel deze generatie over het algemeen voorstander is van thuiswerk (33,8%), blijkt dat het gebrek aan begeleiding en structuur tot extra druk kan leiden. Jongere werknemers missen vaak de ervaring en het zelfvertrouwen om volledig zelfstandig te werken, wat de verhoogde stress kan verklaren.
Ook meer stress bij hoger management
Bovendien ervaart ook het hoger management meer stress bij thuiswerk (36,6%). Bij het uitvoerend (14,6%) en administratief (11,4%) personeel is dit een stuk minder. Het merendeel van de werknemers ervaart niet meer stress bij thuiswerk.