Je bekijkt nu Vlaming wil meer snelheidscontroles

Vlaming wil meer snelheidscontroles

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Niet gecategoriseerd

41 procent van de Vlamingen is voorstander van meer snelheidscontroles. Dat blijkt uit een studie van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). “Het grote probleem in Vlaanderen is het verschil tussen het zelfbeeld en de realiteit”, vindt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. “De Vlaming staat afkerig tegenover te snel rijden, maar doet het wel.”

https://nieuws.vtm.be/binnenland/vlaming-wil-meer-snelheidscontroles

Uit de studie in opdracht van de VSV blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden de kans om gecontroleerd te worden als eerder klein inschat. Nochtans vindt 77 procent van de weggebruikers dat je door te snel te rijden je eigen leven en dat van anderen op het spel zet.

De politie neemt morgen opnieuw deel aan de Europese flitsmarathon en zal op 545 plaatsen in Vlaanderen controleren. Om bestuurders aan te sporen hun gedrag te veranderen, moeten de controles volgens Weyts gepaard gaan met voldoende sensibilisering. “We willen de mensen niet raken in hun portefeuille, maar in hun hoofd”, zegt hij.

Boetes verlagen?
De boetes verlagen, zoals twee politierechters onlangs bepleitten, vindt hij geen goed idee. De meerderheid van de overtreders betaalt de boete toch nooit, argumenteerden de twee. Als de boetes worden verlaagd, zouden ze ook veel beter kunnen worden geïnd. “De omgekeerde wereld”, vindt Weyts. “Je moet het systeem niet aanpassen aan die hardleerse groep. Als je de boetes halveert, zullen zij nog niet betalen.”

Om verder te sensibiliseren gaat de VSV vanaf vandaag de baan op met een eigen ‘flitscamera’. Voorbijgangers zullen worden aangespoord voor de camera de belofte te maken om niet te snel te rijden, in het kader van de Beloofd-campagne. Daarvoor werden eerder al vijfhonderd mensen gefotografeerd die met hun belofte op affiches langs de snelwegen staan.

De camera komt onder meer in het Waasland Shopping Center en op drukke plaatsen in Oostende en Genk.