Het is geen verrassing. De coronapandemie heeft naast ons dagdagelijkse leven ook ons werkleven volledig door elkaar geschud. Dat blijkt uit een studie, verspreid over verschillende waves, door Antwerp Management School, VBO-FEB, HRPro.be met de steun van Indiville, Bpact, HRmagazine, Het Laatste Nieuws, UGent, Prebes en SD Worx. Zo is o.a. telewerk here to stay. Bovendien vormen flexibiliteit, verbondenheid en welzijn op het werk de grootste uitdagingen voor werkgevers.
Over het onderzoek
Dit grootschalige onderzoek werd uitgerold in verschillende waves. Op de volgende momenten werden er online enquêtes afgenomen bij Belgische bedrijfsleiders en HR-professionals:
- Wave 1: tussen 3 en 18 april 2020 bij 1241 respondenten
- Wave 2: tussen 9 en 23 juni 2020 bij 426 respondenten
- Wave 3: tussen 13 oktober en 3 november 2020 bij 488 respondenten
- Wave 4: tussen 27 januari en 15 februari 2021 bij 318 respondenten
- Wave 5: tussen 16 april en 6 mei 2021 bij 310 respondenten
In april 2021 werden ook 4876 werknemers en zelfstandigen online bevraagd.
Telewerk is een blijver
Dat de evolutie naar meer telewerk versneld is door de coronacrisis is niet verwonderlijk. Belangrijker om te vermelden is dat het gevreesde productiviteitsverlies uit blijft. Medewerkers kunnen zich volgens werkgevers thuis zelfs beter concentreren, verliezen minder tijd dankzij het wegvallen van het woon-werktraject en hebben over het algemeen een betere balans tussen werk en privé.
Flexibele dagindeling
Als we kijken naar de werktijd, dan zien we dat de meeste werkgevers (52%) ervan uit gaan dat medewerkers tijdens de normale werkuren aan de slag zijn, met een aantal momenten per week/dag die ze vrij mogen invullen. 42% draait de redenering om: werknemers mogen zelf bepalen wanneer ze werken, met een aantal momenten per week/dag dat ze tegelijk aan het werk moeten zijn, bijvoorbeeld tijdens een teammeeting. Slechts 3% van de bevraagde werkgevers laat het personeel volledig zelf de werktijden bepalen.
Snel schakelen in bedrijven om de continuïteit te garanderen
De grote meerderheid (89%) van de werkgevers stelt de continuïteit van de organisatie na de crisis niet in vraag. Dit optimisme blijft aangehouden gedurende de verschillende waves van het onderzoek, al zijn er wel verschillen naargelang de sector.
Tijdens de lockdowns hebben bedrijven steeds snel moeten schakelen om zich aan te passen aan de nieuwe context. Dat had verschillende betekenissen, zoals de volledige tijdelijke stopzetting van de activiteiten, een omzetdaling of een verschuiving van de activiteiten.
Ook ten aanzien van het personeel werden er bepaalde acties ondernomen. De meest voorkomende waren de omschakeling naar telewerk, en daarmee samenhangend de digitalisering van het werk, tijdelijke werkloosheid van het personeel en het stimuleren om verlof of recuperatiedagen op te nemen. Daarnaast geeft 20% van de werkgevers aan medewerkers te hebben ingeschakeld op andere afdelingen of hen alternatieve opdrachten te hebben gegeven.
Minder uitzendkrachten, freelancers en studentenjobs
Voor uitzendkrachten, freelancers en studenten waren het moeilijke tijden. Bij het begin van de pandemie zette 1 op 5 organisaties de samenwerking met uitzendkrachten en freelancers of andere externen stop. In de volgende bevragingen bleven deze percentages gelijkaardig met zelfs een lichte daling. Ook naar de toekomst toe plannen bedrijven minder met externen samen te werken.
Voor jobstudenten geldt hetzelfde verhaal. 1 op 3 ondernemingen zegt het aantal studentenjobs te verminderen of zelfs niet meer aan te bieden.
Grote ontslaggolf bleef uit
De coronacrisis heeft niet de verwachte personeelsreductie als gevolg gehad. Bijna de helft van de werkgevers zegt in april 2021 het voorbije jaar geen medewerkers te hebben ontslagen. 43% zegt wel dat er werknemers zijn ontslagen, maar dat deze ontslagen ook zonder de pandemie zouden zijn doorgevoerd. Bij slechts 7,7% is er personeel ontslagen omwille van de coronacrisis.
Ook bij de werknemers is er niet zoveel angst om hun job te verliezen. In april 2020 vreesde nog 20% voor ontslag. Een jaar later is dat aantal teruggebracht naar 10%. Bij mensen die het afgelopen jaar tijdelijk werkloos waren zit de schrik er wel meer in.
‘War on talent’ is niet gaan liggen
De meerderheid van de bedrijven bleef bovendien aan hetzelfde tempo aanwerven. Een klein deel van de werkgevers heeft zelfs meer aangeworven. Slechts 13% heeft een aanwervingsstop ingeroepen.
Een grote bezorgdheid – die overigens gegroeid is gedurende het coronajaar – is de schrik dat goede werknemers zouden vertrekken. Deze vrees is niet geheel onterecht. In april 2021 gaf 26% van de werknemers aan dat ze uitkijken naar een nieuwe job.
Negatieve impact op het mentale welzijn van medewerkers
Door de coronacrisis kwam het mentale welzijn van werknemers onder druk te staan. Hoewel de meeste werkgevers dit wel beseften, voelden ze zich vaak tekort schieten in het ondersteunen van hun personeel. Zij leerden langs hun kant medewerkers meer te vertrouwen en zagen de goodwill ten opzichte van het bedrijf stijgen. Langs werknemerskant daarentegen bleef de stijging van het vertrouwen uit en voelde men zich minder verbonden met de organisatie.
Veranderde jobs en skill sets
1 op 3 werkgevers geeft aan dat corona de jobs en de loopbanen van mensen fundamenteel heeft veranderd. Langs werknemerszijde zegt 54% van het personeel en 57,8% van de zelfstandigen meer na te denken over hun loopbaan. In de sectoren die het afgelopen jaar onder druk zijn komen te staan, liggen deze percentages hoger.
Ook al konden opleidingen vaak niet doorgaan, toch zegt 2 op 3 werknemers nieuwe vaardigheden te hebben verworven tijdens de pandemie. Aan werkgeverszijde zegt zelfs 89% dat zij het personeel zag groeien tijdens de crisis. Het gaat dan over zowel digitale vaardigheden als jobspecifieke skills.