Gezinsbarometer onthult: uitdagingen in het openbaar vervoer en verlangen naar veiligere schoolroutes

Uit de Gezinsbarometer, een onderzoek van de Gezinsbond, in samenwerking met Indiville en Bpact, blijkt dat bijna de helft van de Vlamingen niet tevreden is met de nieuwe dienstregeling van De Lijn. Tegelijkertijd groeit de behoefte aan veiligere fietsroutes naar school, maar de verwezenlijking daarvan laat nog op zich wachten. Ondanks deze wens blijft de personenwagen het favoriete vervoermiddel, terwijl de trein achterblijft.

Helft van de gebruikers niet tevreden over nieuwe dienstregeling De Lijn

De nieuwe dienstregeling maakte zijn intrede in Vlaanderen op 6 januari, met als hoofddoel nieuwe gebruikers aan te trekken. Deze verandering had vooral een impact op jongeren, waarvan één op de vier dagelijks de bus neemt om naar school te gaan. 11% van de schoolgaande jeugd neemt af en toe de bus als alternatief vervoersmiddel naar school.

Slechts 10% van de respondenten vindt de veranderingen positief terwijl 47% laat weten dat het eerder een achteruitgang is in vergelijking met de voorafgaande dienstregeling. Daarnaast beoordeelt 47% van de respondenten de toegankelijkheid van De Lijn als slecht, zonder dat deze ’toegankelijkheid’ specifiek wordt gekoppeld aan ‘voor mensen met een beperking’. Dit illustreert dat ook mensen zonder beperkingen De Lijn als ontoegankelijk kunnen ervaren. Het gebeurt weleens dat bussen niet komen opdagen, of dat de bus voorbijrijdt omdat hij overvol is. Bovendien worden de wachttijd en de reisfrequentie door 47% van de respondenten als negatief ervaren.

Fietsen naar school niet zonder risico

1 op 3 jongeren fietst altijd naar school, terwijl nog eens 30% dit af en toe doet. Het is echter belangrijk op te merken dat dit niet altijd zonder veiligheidsrisico gebeurt. 73% van de jongeren die met de fiets naar school gaan, komen vaak een gevaarlijk kruispunt tegen. De helft maakt gebruik van routes waarbij geen fietspaden aanwezig zijn, terwijl één op de drie jongeren gevaarlijk vrachtverkeer tegenkomt op hun schoolroute. Negen op de tien kinderen jonger dan 10 jaar die naar school fietsen, doen dit onder begeleiding van een volwassene, terwijl kinderen boven de 13 vaak zelfstandig naar school fietsen.

De trein blijft achter

Voor gezinsuitstappen is de trein vaak niet de eerste keuze als vervoermiddel bij de Vlaming. 41% geeft aan nooit de trein te gebruiken hiervoor. Daarbovenop gebruikt 53% de trein maximaal enkele keren per jaar, wat betekent dat slechts 6% de trein regelmatig gebruikt voor een gezinsverplaatsingen. 54% vindt de trein te duur. De Gezinsbond waarschuwde eerder al voor de negatieve gevolgen van het afschaffen van de kortingskaart voor grote gezinnen.

‘Zeker als je met kinderen boven 12 jaar reist, loopt de prijs van het openbaar vervoer snel op. Dan is de auto voor de deur al snel een interessantere optie. Daarnaast klaagt 48% over de stiptheid. Het comfort en de toegankelijkheid scoren dan weer wel goed’, aldus Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond.

Deelmobiliteit in opmars

Van de bevraagde gezinnen maakt 15% al gebruik van deelmobiliteit. Desondanks blijven private vervoersmiddelen aanzienlijk populairder. Zo bezit 81% van de gezinnen minstens één eigen auto en heeft 32% een bedrijfswagen. Ook fietsen scoren hoog in de lijst: 78% van de gezinnen geeft aan minstens één fiets in hun bezit te hebben. Daarnaast bezit 40% van de gezinnen minstens één elektrische fiets.

Draagvlak voor kilometerheffing

Voor de kilometerheffing, waar experts al jaren voor pleiten, is er wel degelijk een draagvlak in onze samenleving. Veel Vlaamse gezinnen geven aan dat ze bereid zijn slimmer gebruik te maken van hun wagen. 55% van de bevraagden geeft toe dat ze (eerder) voorstander zijn van de invoering van een kilometerheffing, in tegenstelling tot 32% die eerder tegen deze invoering zijn.