Je bekijkt nu Lokale besturen moeten volgens gezinnen inzetten op veilige infrastructuur voor fietsers en voetgangers

Lokale besturen moeten volgens gezinnen inzetten op veilige infrastructuur voor fietsers en voetgangers

In een eerdere blogpost hadden we het al over de resultaten van de meest recente Gezinsbarometer. Hieruit bleek dat betaalbaar wonen een topprioriteit is voor de nieuwe lokale ploegen. Uit hetzelfde onderzoek, in samenwerking met Indiville en in opdracht van de Gezinsbond, bleek dat ook een veilige verkeersinfrastructuur voor zwakke weggebruikers hoog op het lijstje staat. Over het aanbod in de gemeente, zoals scholen, sportinfrastructuur en bibliotheken, zijn Vlaamse gezinnen wel tevreden. Maar het is de weg naar die voorzieningen waar ze van wakker liggen.

Tevreden over de voorzieningen, maar niet over de weg ernaartoe

Over het algemeen zijn gezinnen tevreden over de voorzieningen en het aanbod in de gemeente. Zo zijn ze tevreden over de lokale bibliotheek (90%), het schoolaanbod (85%) en de sportvoorzieningen (74%). Met 65% tevreden gezinnen is het speelaanbod voor kinderen nog net geslaagd. 

Een veilige weg naar die voorzieningen blijkt wel een probleem. Ongeveer de helft van de gezinnen (49%) plaatst een verbetering van de weginfrastructuur voor fietsers en voetgangers in hun top 3 van beleidsprioriteiten voor het lokale bestuur. Slechts 37% is tevreden over de fietsinfrastructuur in de gemeente, en 36% over de voetpaden.

Meer tevredenheid over het openbaar vervoer in de stad dan op het platteland

De tevredenheid over het openbaar vervoer (39%) en het aanbod deelmobiliteit (29%) scoren ondermaats. Opvallend is hier het verschil tussen leefomgevingen. In het centrum van een stad of gemeente is er meer tevredenheid over de mobiliteit dan op het platteland. Meer dan de helft van de gezinnen (51,8%) is wel tevreden over de weginfrastructuur voor auto’s.

De kindnorm moet het uitgangspunt zijn

Er is dus heel wat werk aan de winkel. Volgens Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond, moet de kindnorm het uitgangspunt worden. “Het beleid moet rekening houden met wat een kind maximaal aankan en minimaal nodig heeft.  Kortom, wat veilig is voor kinderen, is veilig voor iedereen. Wij zijn heel tevreden dat de kindnorm het uitgangspunt voor mobiliteit is in het nieuwe Vlaams regeerakkoord. Dat is al jaren de basis van onze standpunten. “Maar ook het gemeentebestuur kan hier al mee aan de slag”, verduidelijkt hij.

Om die norm te realiseren stelt de Gezinsbond de route-aanpak voor. Enkel zwarte punten aanpakken is nuttig, maar maakt een route niet meteen veilig. Daarom is er een samenwerking nodig tussen gemeenten onderling en met het Gewest.

Gezinnen die beroep doen op het openbaar vervoer, voelen zich vergeten

Uit het onderzoek blijkt bovendien dat gezinnen die een beroep doen op het openbaar vervoer, zich vaak vergeten voelen. Uit een vorige Gezinsbarometer bleek al dat de recente aanpassingen in het aanbod niet positief onthaald worden. Er zijn hier inspanningen nodig.  

“Openbaar vervoer moet kunnen voorzien in ieders mobiliteitsnoden. Dat kan door een uitgebouwd, hoogfrequent openbaar vervoer tussen stedelijke gebieden en een goede ontsluiting van landelijke gebieden. Zo krijg je een solidair mobiliteitsverhaal”, besluit Sleurs. 

Geef een reactie